Laatste grapje
Het was een druilerige dag. Wij verzorgden de uitvaart van tante Mien. Zij had de gezegende leeftijd bereikt van 104 jaar. Een unicum. Wat een leeftijd en eigenlijk nooit ziek geweest. Zij was in haar slaap overleden en iedereen had daar vrede mee. Mien kon terugkijken op een prachtig leven.
Na een korte plechtigheid in de aula met klassieke muziek en foto’s van meer dan een eeuw Mien, liepen wij met de kinderen, klein- en achterkleinkinderen de heuvelachtige begraafplaats op. De sfeer was gelaten. Mien was zelf altijd van de grapjes en de familie had vrede met haar mooie leeftijd. Haar humor had haar al die jaren op de been gehouden.
Boven op een grote heuvel lag Pieter, de man van Mien begraven. Dat was alweer 35 jaar geleden. Zij wilde graag bij haar Pieter begraven worden en zo geschiedde. Ondertussen begon het al wat harder te regenen en de paraplu’s kwamen tevoorschijn. De dragers liepen naast de baar met daarop de grote rieten mand, waarin Mien lag opgebaard.
Ik hield de familie op afstand zodat de dragers de ruimte hadden om de rieten mand van Mien op het graf te zetten. Terwijl de dragers de rieten mand optilden, bewoog de baar naar achteren en rolde langzaam de heuvel af. Een van de dragers zette een korte sprint in en dook naar de baar. Hij pakte de achterkant vast, maar gleed met baar en al de heuvel af. De baar kwam tot stilstand onder aan de heuvel. De drager stond op en was doorweekt van de regen en zat onder de modder. Zijn zwarte pak was grijs geworden en zijn hoed lag in een grote plas.
De familieleden schaterden het uit van de lach. Dit moest het laatste grapje van tante Mien zijn.
Alexander van der Pijl