Familiebedrijf
Vanaf het begin van de jaren negentig werk ik fulltime bij Dunweg. We hebben heel wat meegemaakt. Letterlijk dag en nacht met mijn vader gewerkt. Samen met een team van vertrouwde gezichten van ons familiebedrijf. Mijn vader en ik noemden elkaar bij de voornaam. Het was een beetje onprofessioneel om pa of ouwe te zeggen waar de nabestaanden bij waren. Steevast vroeg men wel: "Hoe is het met je vader?"
Tegenwoordig staat alles in de computer, maar in die tijd nog niet. Wim (mijn vader dus) wist echter alles. Wanneer iemand was overleden, de kleding die iemand aan had, de kleur van de kist, noem maar op. Adressen van mensen, telefoonnummers, alles kon je aan Wim vragen.
Toch lastig om in zijn voetsporen te treden. Je bent en blijft toch altijd de zoon van. Als men dat wel eens zei, antwoordde ik meestal: “Nou, ik ben niet de zoon van Wim. Wim is mijn vader.”
Ik wist natuurlijk ook wel dat de zoon van Johan Cruijff een aardige uitdaging had. Ze gaan je toch vergelijken.
Samen voerden wij veel uitvaarten uit. Een familiebedrijf staat voor een ambachtelijke dienstverlening. Zo keek ik dan ook vaak mee bij een uitvaart van mijn vader. Om er iets van te leren.
Toen we eens bij een kerk stonden, na afloop van de kerkdienst, kwam er een man naar ons toe. Hij had de dienst in de kerk en de begrafenis bijgewoond. “Heren, het was prachtig verzorgd! Oog voor detail, dat is toch kenmerkend voor een familiebedrijf. Wat mooi dat twee broers zo goed op elkaar ingespeeld zijn. Dank u wel”
Dank u wel. Dat dacht ik ook. Ik keek naar mijn vader. Hij had een glimlach van oor tot oor.
En ik? Ik wilde eigenlijk alleen maar zeggen: “Ik ben de zoon van Wim!”
Alexander van der Pijl